Roerende voorheffing dient snel betaald te worden, soms te snel!
Vroeg of laat betaalt elke vennootschap wel eens roerende voorheffing (R.V.). Je betaalt immers R.V. op dividenden, op intresten, op auteursrechten, op roerende verhuur, enz.
Wij focussen ons in dit artikel op wat het vaakst voorkomt: roerende voorheffing op dividenden en op leningen.
Laten we met dit laatste beginnen.
De algemene regel is dat de roerende voorheffing betaald moet worden binnen de 15 dagen na de toekenning of de betaalbaarstelling van de belastbare inkomsten (artikel 537 WIB92). Heeft u van iemand een (Win-Win)lening gekregen waarbij u telkens op de eerste van de maand intrest betaalt? Dan zal u elke maand voor de 15de dag van die maand een aangifte R.V. moeten indienen en die R.V. uiteraard ook vóór die dag betalen.
Een kleine, handige tip die u boekhoudkundig aardig wat werk bespaart: stel leningcontracten op met een jaarlijkse of eventueel halfjaarlijkse intrestbetaling.
We maken het een stukje moeilijker:
U hield op zaterdag 16 april uw jaarlijkse algemene vergadering en besliste om 3% dividend uit te keren aan de coöperanten.
Opnieuw geldt de regel: “de roerende voorheffing moet betaald worden binnen de 15 dagen na de toekenning of de betaalbaarstelling van de belastbare inkomsten”.
De hamvraag is: wat is de datum van betaalbaarstelling?
Deze vraag kan alleen maar beantwoord worden door de notulen van je algemene vergadering goed te lezen. We overlopen de mogelijkheden:
- De algemene vergadering (AV) keurde het dividend goed, maar bepaalde geen specifieke datum van uitbetaling: de datum van de AV is hier de datum van betaalbaarstelling. Vermits de AV op 16/04 plaats had, moet de RV vóór 1 mei betaald zijn; zelfs al wordt het dividend na 01/05 uitbetaald.
- De AV keurt het dividend goed en beslist dat het dividend vanaf 15 mei kan uitgekeerd worden. Hier is het antwoord helder: de R.V. zal ten laatste op 29 mei moeten betaald worden.
- De AV keurt het dividend goed en laat de datum van uitvoering over aan het bestuursorgaan.
Hier kennen we de datum van betaalbaarstelling nog niet, het bestuur zal die datum later bepalen. En opnieuw zal 14 dagen later de R.V. moeten betaald zijn.
Bij dit laatste geval let u er uiteraard op dat het bestuursorgaan een liquiditeitstest dient uit te voeren, alvorens over te gaan tot uitbetaling van het dividend.
Het lijkt ons dan ook een goed idee om in de notulen van het bestuur op te nemen: “onder voorbehoud van een geslaagde liquiditeitstest, voorziet het bestuur uitbetaling van het dividend op datum van …/…”. Op die manier weet u zeker dat bij een negatieve liquiditeitstest de datum van betaalbaarstelling nog niet gekend is en de fiscus ook niet achter de R.V. kan vragen.
Niet onbelangrijk detail: als u het dividend uitkeert vóór de datum van betaalbaarstelling, geldt uiteraard de datum van uitbetaling om de termijn van 15 dagen te berekenen.